SLAAPPLAATSEN VAN WULPEN AAN DE OOST- EN MIDDENKUST 20/01/2024 – GUIDO RAPPÉ

Frank De Scheemaeker

 

SLAAPPLAATSEN VAN WULPEN AAN DE OOST- EN MIDDENKUST 20/01/2024 – GUIDO RAPPÉ

 

Heerst de vorst?

 

To leave or not to leave, een Shakespeareaans dilemma, dat was de vraag dit jaar, op de naar jaarlijkse gewoonte eind januari gehouden tellingen van de aantallen wulpen op hun winterse slaapplaatsen. Vertrekken of blijven? Nu de wulpen in lentemodus zijn, kunnen we in gedachten terugreizen naar een ouderwetse winterdag, zonnig, maar fris koud. Wat waren de wulpse wedervaren?

Voor de lezer die met dit wetenschappelijk ritueel niet vertrouwd is, geven we nog even wat tekst en uitleg. De tellingen van de slaapplaatsen van wulpen gebeuren niet alleen in het werkgebied het Brugse, maar wordt op Vlaams niveau uitgevoerd, gecoördineerd door het Instituut voor Natuur en Bos (INBO, coördinator Koen Devos). Dit Vlaamse luik kadert in een internationale context; ook in het buitenland wordt op deze afgesproken zaterdagavond of zo dicht mogelijk bij die datum hetzelfde gedaan. Zo komt men tot een idee van de populatiegrootte van de wulp, een veel handigere en snellere manier dan inventariseren in de broedgebieden met vaak lage dichtheden over enorme oppervlakten.

 

Wulpen in ons land in de winter zijn werkelijk ‘watervogels’. Ze zijn grotendeels beperkt tot de polders (kust, inclusief buitendijkse gebieden, en Krekengebied Oost-Vlaanderen), met lagere aantallen in het Gentse (Leiemeersen, Kanaalzone) en het Antwerpse havengebied. In onze uithoek van het land bundelen medewerkers van de vogelwerkgroepen Mergus en Middenkust de krachten om deze grootste onzer steltlopers te inventariseren in hun nachtvertrekken.

Voor de tellers en hun sympathisanten presenteren wij hier graag een eigen streekoverzicht.

 

Klimaat van de voorafgaande wintermaanden

[LET OP Vanaf 1 januari 2021 schuift de referentieperiode van 30 jaar die het KMI hanteert om te bepalen wat ‘normale’ weersomstandigheden zijn, met 10 jaar op. We verwijzen dus niet langer naar 1981-2010, maar naar 1991-2020. Wat absolute waarden betreft, verandert er dus niets als u december en januari wilt vergelijken, wel de gemiddelden en extremen waar naar verwezen wordt. Gelieve hier bij lectuur van de oude verslagen rekening mee te houden.]

 

De winter 2023-2024, in de aanloop naar de telling, zag eruit als volgt. (Opmerking: de maandoverzichten van het KMI zijn gebaseerd op de waarnemingen in Ukkel, in het midden van het land. Dat hoeft niet per se te corresponderen met de weerssituatie aan de kust, die gemiddeld minder extreem is.)

 

December 2023 vatten de klimatologen samen als een zachte, regenachtige en vooral zeer sombere maand. De eerste week was het nog koud, zoals eind november, met temperaturen rond of onder het vriespunt (het minimum was -4,1°C op 2 december).  De rest van de maand viel de temperatuur beduidend boven het lopende gemiddelde, met een piek rond de kerstdagen (12,2°C op 24 december).

De gemiddelde temperatuur in Ukkel lag dan ook duidelijk hoger, uiteindelijk  7°C (normaal: 4,3°C). December telde in Ukkel 3 vorstdagen (d.w.z. met een minimumtemperatuur onder 0°C) tegenover normaal 9,3 dagen.

Wat neerslag betreft begon de maand met een eerste natte periode rond Sinterklaas. De tweede natte periode begon op 18 december en duurde tot tweede Kerstmis, met de meeste neerslag op 20 en 25 december. Ook de laatste vier dagen van de maand regende het. In totaal viel er in Ukkel in de decembermaand 102,2 mm neerslag (normaal: 87,4 mm). Het was een natte maand, met meer neerslagdagen (23 dagen) dan normaal (19,3 dagen). De natste dagen waren 19, 24 en 25 december. Op de 3e en de 4e viel er wat sneeuw in Ukkel, maar niet aan de kust.

December was een sombere maand, met slechts een kleine 20u zonneschijn (tegenover normaal 48u 35min). Enkel in december 2017 en 1993 scheen de zon nog minder. Het was een zeer winderige maand, voornamelijk uit het zuidwesten. De gemiddelde windsnelheid bedroeg 4,9 m/s, tegenover normaal 4,0 m/s. Daarmee behoort december 2023 tot de drie winderigste maanden sinds 1991.

 

De eerste decade van januari 2024 was een van de drie natste van de referentieperiode. Dit zorgde plaatselijk voor veel wateroverlast.

Januari 2024 kende nochtans een normale gemiddelde temperatuur van 3,7°C (normaal 3,7°), met (steeds in Ukkel) een minimum- van -6,8°C en een maximumtemperatuur van 13,2°C.  Voor het eerst sinds februari 2021 werden weer winterse dagen (4 dagen met een max<0°C) geregistreerd. Vanaf de 7e begon er een koude periode van 15 dagen, tot en met de 20e, dus tot en met de dag van de telling.

De hoeveelheid neerslag bedroeg 82,5 mm neerslag (normaal: 75,5 mm). Er waren minder neerslagdagen dan normaal, 15 tegen normaal 18,9. Wel viel veel van die neerslag onder de vorm van sneeuw. In de buurt van Ukkel viel er op 4 dagen neerslag die geheel of gedeeltelijk uit sneeuw bestond, vooral op 17 januari. Vanaf de 15de tot en met de 21ste lag er een sneeuwtapijt. De maximale

dikte bedroeg er 11 cm, in het oosten van het land zelfs tot 24 cm. Aan de kust viel de sneeuwval nog mee.

 

De luchtdruk was normaal, 1018 mm (t.o.v. gemiddeld 1017 mm). Er  waren in januari 4 onweersdagen (normaal 3,6 dagen).

De gemiddelde windsnelheid bedroeg 4,3 m/s (normaal 4,1 m/s), de richting was normaal (ZW). Het woei vooral hard op 2 (windstoten tot boven de 100km/h) en 3 januari (tornado in Sint-Katelijne-Waver en in Putte). Het aantal uren zonneschijn lag boven het gemiddelde (72u uur t.o.v. gem. 59u). De teldag, 20 januari, was zonnig, maar koud.

 

Alle waarnemingen in acht genomen, was januari 2024 eigenlijk een heel gewone maand.

 

De tellingen gebeurden grosso modo tussen 16.00  en 17.45 uur.

 

 

Voorhaven Zeebrugge en Baai van Heist

Vaste medewerker Marc De Ceuninck kon zich niet op de traditionele zaterdagavond beschikbaar stellen en een invaller was niet meteen te vinden. Hij telde de avond voordien, vrijdag 19 januari. De laatste jaren Hij heeft zijn kuiten mogen insmeren en het lood uit zijn schoenen halen, want ze bleven maar komen. “Het was bij momenten een kleine tsunami”. Hij heeft afgesloten op 850 exemplaren, maar het kan er wel eentje meer of minder geweest zijn, geeft hij nog mee. We hebben in het verslag het gemiddelde van die drie cijfers behouden.

 

De Baai van Heist werd, net als de vorige jaren niet gecontroleerd, omdat de ervaring geleerd heeft dat dit gebied louter fungeert als foerageerplaats bij laagwater.

 

Kleiputten van Heist

De Kleiputten van Heist zijn dit jaar niet gecontroleerd. De functie van dit gebied als slaapplaats is in het verleden altijd onduidelijk geweest en van marginaal belang. Dat is natuurlijk geen garantie voor de toekomst.

 

Achterhaven Zeebrugge

Door omstandigheden (wulpen gaan tellen in Gambia, alle drie!) moest ik zelf forfait geven op de bewuste avond. Jan Swimberghe, mijn vaste compaan, vond een waardige vervanger in Antoine Cornelis. De wulpen wilden niet echt meespelen. Bij aankomst om 16.15 u stonden er al 122 wulpen te foerageren. Om 16.45 u passeerde er nog een vlucht van 19 wulpen richting Zeebrugge.

Dit lage aantal moet worden toegeschreven aan de weersomstandigheden tijdens de telling: plassen en weilanden waren bevroren, er woei een stevige westenwind. Hun telling werd beëindigd om 17.15 u.

Op waarnemingen.be werd dit groepje, 128 ter plaatse tussen Kasteelstraat en Onze-Lieve-Vrouweader, ‘Weiden Spoorweg West’ in het Mergusbargoens, om 17.00 u ook gemeld (observation/296987434). Daarnaast werd om 17.15 u nog een waarneming van 351 wulpen ingegeven als ‘slaapplaats’ tussen Kasteelstraat, Ramskapellestraat en Koffieweg, ‘Weiden Hoge Noen’ (observation/296987434, beide waarnemingen Sven Maly). Is dit een ongelukkige samenloop van omstandigheden en zijn er net op het moment van vertrek van de reguliere tellers toch nog vogels binnengevlogen? Zijn die daar gebleven of hebben ze bijgedragen aan de ‘tsunami’ in de Voorhaven?

Nog maar eens blijkt dat tellingen momentopnames zijn, in dit geval meer of minder dicht bij de wulpse waarheid.

 

Zwin (en omgeving)

De tellers van het Zwin, Patrick Janssens, Nathalie Resteau, Kurt Van Damme en Luc Maertens, stonden op drie plaatsen op de nieuwe dijk van het Zwin, twee plaatsen aan Belgische zijde, één aan Nederlandse zijde, kwestie van een zo goed mogelijk overzicht te verkrijgen van de binnenvliegende vogels. De totale som kwam uit op 568 wulpen.

 

Uitkerkse Polders

Slaapplaatsen durven in dit gebied nogal verspreid te liggen.  Bovendien kunnen guur winterweer en bevroren waterpartijen er voor zorgen dat naast of in de plaats van op de klassieke plaatsen, de wulpen opduiken op onverwachte plekken.

De tellers van dienst, Geert De Clercq, Filip Vanhee, Dirk Content en Franky Beidts, hadden hier de indruk dat er de week voor de telling minder wulpen in het gebied zaten omwille van de vorst.

Er bleek uiteindelijk toch één tamelijke grote slaapplaats te zijn dicht bij Scharebrugge waar ze tot 17u45 in veel kleine groepjes en in een grote groep van 300 exx toekwamen. Het totaal tikte af op 787 ex. Dat is toch bijna de helft minder dan andere jaren. Echt minder omwille van de vorst was dit aantal toch niet, eerder een bevestiging van lagere aantallen gedurende deze winter 2023-2024. Op de waterwildtellingen van 17/12/2023 en 14/01/2024 waren de totalen respectievelijk 791 en 647.

 

Geert De Clercq stuurde ons nog een mooie foto van de situatie in de Uitkerkse polder, wulpen op het ijs.

 

Bunkerweiden tussen Klemskerke en Vlissegem

Deze slaapplaats duikt pas de laatste jaren in het overzicht op.  Bruno Beyen ging de weiden tussen Klemskerke en Vlissegem controleren. De Bunkerweiden in Klemskerke waren op de avond van de telling goed voor 183 wulpen.

 

Damme en omgeving

Robrecht Pillen, Gilles Bavay, Emmanuel Crul, Rudy Deplae, Moniek Knuysen en Dirk Vercoutter waren de tellers van dienst van de slaapplaatsen in de omgeving van de Damse Vaart, grondgebied Groot-Damme.

De slaapplaats Weiden West te Damme, een complex natte en drogere weiden, werden gecontroleerd vanaf twee observatiepunten. Tot Vanaf de observatiepost Koolkerke waren tot 16.30u veel wulpen aanwezig. Tussen 16.30u en 16.45u vertrokken deze alle richting Dudzele/Zeebrugge. Vanaf de observatiepost Damse Vaart worden 21 exemplaren geteld die bleven overnachten.

De plas voor de kijkhut aan de vesten was op datum van de telling reeds meerdere dagen dichtgevroren. Daardoor werden op deze plaats geen wulpen gezien die overnachtten. Wel wordt ook vanuit dit standpunt een grote groep wulpen (>200) genoteerd die overvlogen richting Zeebrugge.

De koudeprik van de afgelopen week had de traditionele slaapplaatsen voor de wulpen in de regio Damme duidelijk minder aantrekkelijk gemaakt.

 

Kleiputten Oostkerke-Hoeke

De slaapplaats van Oostkerke/Hoeke wordt traditioneel ook door de tellers van Damme geteld.

De aanwezige wulpen verzamelden terug op de akker langs de Sabtsweg of de Hoekestraat die ook de voorgaande jaren in gebruik was. De laatste vogels komen aan om 17:20. In totaal werden er 141 geteld, merkelijk minder dus dan de voorgaande jaren.

 

 

Fort Sint-Donaas Hoeke

Dit is een tweede slaapplaats op het grondgebied van Hoeke, die sinds een drie jaar gecontroleerd wordt. Het gaat om een complex van natte weiden en open water, onderdeel van het natuurreservaat Fort Sint-Donaas, op de grens met Westkapelle, tussen Roden Ossestraat en Mostaertdijk.

Sorry, Manu, met dank voor sfeerschets.

 

Van Manu Dumoulin kregen we sfeerverslag van de telling. “Op de klassieke slaapplaats, de dras-plas locatie tussen de Roden Ossenstraat en de Mostaertdijk, waren alle waterpartijen bevroren met hier en daar een door grondeleenden opengehouden wak. Er zat een grote groep smienten, wat wilde eenden en enkele wintertalingen. Verder ook wat bergeenden en 1 pijlstaarteend. Opvallend was de grote groep van enkele honderden zwarte kraaien die zich hier ophielden (de vrijdag ook al geconstateerd). Een grote zilverreiger verbleef een poos op het weiland, misschien op zoek naar kleine knaagdieren. Tegen de avond streken er ook enkele nijlganzen neer.

Maar geen wulpen te bespeuren! Bij het wegrijden zag ik dan toch 1 exemplaar in het oostelijke deel van de locatie. De vogel probeerde zijn bek in de grond te boren maar slaagde er niet in omdat ook het weiland er helemaal bevroren bijlag. De wulp zag wel dat hier niets te rapen viel en vloog toen weg in westelijke richting. Ik heb verder het hele gebied rondom het fort Sint-Donaas uitgekamd en ook daar geen wulpen gezien, ook geen ander waterwild trouwens; alles potdicht bevroren.”

 

Als uitwijkplaatsen zijn er in de eigen streek zoute en brakke gebieden die minder vorstgevoelig zijn, zoals Het Zwin, Baai van Heist/Voorhaven Zeebrugge of langs de Westerschelde in Zeeuws-Vlaanderen. De wulpen kunnen in de dagen vooraf, door de winterprik wat zuidelijker afgezakt zijn.

 

Lage Moeren Meetkerke

In de omgeving van de Lage Moeren worden overdag en tot in de late namiddag wulpen gezien. Zelden of nooit bliijven ze echter slapen. Voor de zekerheid  wordt hier toch, zoals de vorige jaren, gecontroleerd. Mieke Rodts woont daar, is gaan kijken, maar heeft geen wulpen aangetroffen ter hoogte van de Oosternieuwweg 3.

 

Bourgognemeersen Eernegem-Westkerke

Het moet gezegd, de traditionele zeer sterk bezette slaapplaats in de Bourgogne Meersen, is niet meer. Koen Maertens Koen, Koenraad Blontrock, Leopold Dewulf en Martine de wulpen in BMEG (Bourgogne Meersen Eernegem) op de traditionele slaapplek.

Helaas, er vloog slecht 1 ex roepend naar toe. Verder kregen ze niets meer te horen of te zie. De slaapplaats bleef leeg, geen beweging van wulpen op te merken. Twee dagen eerder had Koen er nog 200 geteld op de slaapplaats (Nieuwland, Moere), tussen Nieuwlandstraat en Mosselstraat, rond 17u35.

Het zijn ooit andere tijden geweest in dit gebied, ooit één van de grootste slaapplaatsen in de streek, met aantallen in de grootte-orde 750-1200 wulpen.

 

Pompje Oudenburg

Leen Feryn en Dirk Vanhoecke kenden een frisse maar aangename telling die avond in ’t Pompje. De wulpen komen normaal slapen in de natte graslanden maar deze bleven nog bevroren. Dat is waarschijnlijk de reden dat de wulpen de avond van de telling op een verderop gelegen grasland hun bedje hadden gespreid na zonsondergang. Het totaal, goed voor 456 exemplaren dit jaar, ligt in de grootte-orde van andere jaren.

 

Sluiskreek/Zoutekreek Zandvoorde

Dit gebied in het uiterste westen van de polders die tot het terrein van dit overzicht behoren, de kreken van Oostende, wordt niet jaarlijks gebruikt als slaapplaats. Deze winter telden Tim Goethals en Olivia Lycke er niet minder dan 327 wulpen, een hoog aantal.

 

Conclusie

Het was geleden van 2013 dat we tijdens de telling van wulpenslaapplaatsen te maken hadden met winterse omstandigheden. Toen werden er maar een 1100-tal wulpen geteld. Dit jaar 2024 leverde een totaal van 3461 wulpen op, verdeeld over 9 slaapplaatsen, na controle op 13 potentiële gebieden. Het betreft allemaal klassieke slaapplaatsen. Hiermee is het antwoord gegeven op de beginvraag. De vorst heeft geen waarneembaar effect gehad op ons totale aantal. Uiteraard kunnen daar individuele verplaatsingen van vogels onder gemaskeerd zitten: vogels van bij ons die eventueel toch uitwijken naar het zuiden en vervangen worden door wulpen uit Nederland…

Dit totaal voor 2024 ligt heel dicht bij het lang lopend gemiddelde van ca. 3600. Waar elders in Europa de wulp een achteruitgang laat zien, blijft het winteraantal in onze regio redelijk stabiel, schommelend tussen 3000 à 4000. Extreme weersomstandigheden kunnen voor hogere of lagere aantallen zorgen. Het record tijdens deze officiële midwintertellingen ligt nog steeds op 6205, genoteerd in 2011 (niet meegerekend in het gemiddelde).

 

Wel valt op dat de winterharde zoute en brakke gebieden, hoger scoren. Hethoogste aantal was voor de Voorhaven, met 25% van het totaal. De Uitkerkse Polders, traditioneel de belangrijkste slaapplaats, neemt, nu het zilver in ontvangst, met bijna 23% van de wulpen. De ander podiumplaats is voor het Zwin. Ook ’t Pompje en de Oostendse kreken doen het goed.

 

Het was de zestiende keer dat deze wulpenslaapplaatsentelling plaats vond. Ter vergelijking nog eens de aantallen van de vorige jaren, in volgorde van late naar vroege zonsondergang (tussen 31 en 19 januari): 3528 ex op 31/01/2009, 3184 ex op 30/01/2010, 6205 op 29/01/2011, 3975 op 28/01/2012, 4794 op 25/01/2014, 3050 op 24/01/2015, 3646 op 23/01/2016, 2647 op 22/01/2022, 3982 op 21/01/2017, 3672 op 20/01/2018, 3164 (gecorrigeerd cijfer) op 19/01/2019, 3742 op 25/01/2020.

 

Dankzij de vele vrijwillige medewerkers was ook dit jaar deze onderneming, van wulpen op hun slaapplaatsen, weer een geslaagde gebeurtenis te noemen.

 

Een oprecht woord van dank aan al deze tellers en lokale contacten: Geert De Clercq , Dirk Content, Franky Beidts, Filip Vanhee, Bruno Beyen, Marc De Ceuninck, Frank Descheemaeker, Manu Dumoulin, Kurt Van Damme, Patrick Janssens, Nathalie Resteau, Emmanuel Crul, Robrecht Pillen, Gilles Bavay, Rudy Deplae, Moniek Knuysen, Dirk Vercoutter, Niels Wuyts, Manu Dumoulin, Dirk Vanhoecke, Serge Allein, Tim Goethals, Leen Feryn, Olivia Lycke, Mieke Rodts, Koen Maertens, Koenraad Blontrock, Leopold Dewulf en Martine, Dirk Anseeuw.

 

Ten slotte vindt u hieronder nog eens een overzichtstabel van de deelgebieden van dit jaar en de vorige jaren ter vergelijking (geel in 2019 betekent een aanvulling op het verslag van toen, in 2020 betreft het beredeneerde schattingen, in 2021, 2022  en 2023 enige aannames. 

 

Wulpenslaapplaatstelling 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Voorhaven Zeebrugge 0 72 825 162 253 179 39 72 203 850
Uitkerke 743 1297 634 1203 506 1600 1250 430 1500 787
Zwin 251 147 617 157 353 245 498 261 188 568
Pompje Oudenburg 287 319 533 418 522 306 472 533 409 456
Sluis-, Zoutekreek Zandvoorde 152 174 72 203 162 79 0 0 61 327
Bunkerweiden Klemskerke-Vlissegem         180 165 0 82 114 183
Kleiput Oostkerke/Hoeke 362 510 274 430 485 415 340 350 511 141
Achterhaven Zeebrugge 309 300 781 209 305 286 368 134 266 128
Mikhem W-Damme   141 ? 110 258 400 358 602 437 21
Hoeke St-Donaas               180 56 0
Meersen Bourgogne Eernegem 672 503 241 362 32 0 520 3 1 0
Lage Moeren Meetkerke 27 0 0 98 108 64 107 0 0 0
Stadswallen Damme 247 183 0 320 0 3 0 0 32 0
Kleiputten van Heist       0 0 ? 74 ? ? ?
Baai van Heist     5 ? ? ? ? ? ? ?
Totaal 3050 3646 3982 3672 3164 3742 4026 2647 3778 3461
Achterhaven Zeebrugge meetellen?                   351

 

Guido Rappé